kenmerken van het konijn
Uiterlijke kenmerken
Lijkt wat op de haas maar is met ca. 42 cm. lengte een stuk kleiner. Het gewicht bedraagt ongeveer 1,5 kilo. De achterpoten zijn vrij kort en de kleur nogal egaal. Meestal grijs bruin, maar er komen veel kleurafwijkingen voor. Karakteristiek is de roodbruine kleur in de nek. Er is weinig verschil tussen de geslachten. De ram (bok) is meestal iets zwaarder en heeft een bredere kop dan de moer.

Konijnen zijn polygaam. Als zij in een kolonie leven is het vooral de ram die aan de top staat, die voor het nageslacht zorgt.
biotoop en voedsel Hoewel het konijn een voorkeur heeft voor zandgrond, stelt het weinig eisen aan zijn leefomgeving. Als het door omstandigheden, bijv. zware kleigrond of bebouwde kom, niet mogelijk is om een hol te graven neemt het ook genoegen met een andere schuilgelegenheid. Een hoop stro of hout of wat lang gras is al voldoende.
Op zandgrond komen soms grote kolonies voor. Die leven dan in een uitgebreid gangenstelsel. In de kolonie is er een ingewikkelde rangorde die zelfs letterlijk de plaats in de holen bepaalt.
|
|
Predatoren en ziekten
Het konijn heeft veel natuurlijke vijanden. Veel jonge konijnen komen terecht in de maag van kat, zilvermeeuw, vos, bunzing en hermelijn. Ook roofvogels als havik en slechtvalk kunnen wel eens een konijn slaan. Ook het verkeer maakt veel slachtoffers.
De twee ziekten die verreweg de meeste slachtoffers maken zijn myxomatose en Viraal Haemorhagisch Syndroom (VHS). Het zijn beiden virusziekten.
Myxomatose komt in ons land voor sinds het midden van de vorige eeuw. Het virus veroorzaakt ontstekingen aan de kop en de geslachtsdelen. Het is gewoonlijk dodelijk voor meer dan de helft van de populatie.